Hiphop-pionier Fab 5 Freddy: ‘Ik ben trots omdat we gewonnen hebben’

Foto Roger Cremers

Interview

50 jaar Hiphop Weinig mensen waren betrokken bij zó veel mijlpalen als pionier Fred ‘Fab 5 Freddy’ Brathwaite. Hij is creatief directeur van de foto-expositie Contact High – A Visual History of Hip-Hop, nu te zien in Rotterdam. „Ze konden simpelweg niet geloven dat jonge zwarte mannen in staat waren om geweldige kunst te maken.”

‘Wacht even, ik ga je wat laten zien!” In de eetkamer annex werkruimte van zijn woning in Harlem, New York, staat hiphop-pionier Fred ‘Fab 5 Freddy’ Brathwaite (63) enthousiast op, om terug te komen met een lijst met drie hagelwitte tegeltjes met daarop de originele graffiti-handtekening ‘TAKI 183’.

Het is een vluchtig gestifte tag van de soort waar gevels, parkbankjes en elektriciteitshuisjes vaak mee ondergeklad zijn. Maar dit is er één met grote cultuurhistorische waarde, legt Fab 5 Freddy uit. ‘TAKI 183’ stond eind jaren 60 en begin jaren 70 aan de basis van de graffiti-rage die het openbare beeld in New York zou gaan bepalen.

„Het was een Griekse gast uit Washington Heights die werkte als wandelende pakketbezorger en onderweg zijn naam en het nummer van zijn straat op de muren schreef”, zegt Fab 5 Freddy. „Hij deed dat ook op metro’s, waardoor hij overal gezien werd. Andere kids wilden ook hun naam achterlaten. Het ging als een virus door de stad.” Ook de jonge Fab 5 Freddy liet in zijn eigen buurt Brooklyn zijn naam op muren achter. „Zodat anderen die er woonden, zeiden: ‘Hé dat is die ene gast; ik zie zijn naam overal.” Hij glundert een beetje. „Yeah, that’s me.”

We ontdekten dat ze in de Bronx aan het práten waren op die muziek

Graffiti was in eerste instantie „een activiteit voor tieners”, zegt de zestiger die zou uitgroeien tot een spil in de evolutie van graffiti en hiphop in het algemeen. „Het begon simpel”, zegt hij. „Maar je zag het zich snel ontwikkelen op de metrostellen. Er was competitie; de drang er méér mee te willen doen.” Hij refereert aan de reclame die in New York van alle kanten om aandacht schreeuwde. „We imiteerden de wijze waarop we daarmee gebombardeerd werden.”

Fab 5 Freddy, die als scholier vaak spijbelde om kunstmusea te bezoeken, zag een parallel tussen graffiti en pop-art „en hoe kunstenaars als Lichtenstein en Warhol door hetzelfde geïnspireerd werden: comics, verpakkingen, reclame”. Begin 1980 maakte hij samen met graffitikunstenaar Lee Quiñones een werk op de zijkant van een metro gebaseerd op Warhols iconische soepblikken. Een niet te missen statement, dat maanden door New York en de buitenwijken reed, waarmee ze graffiti al vroeg in een breder kunstveld plaatsten.

Fab 5 Freddy was als onder meer kunstenaar, clipregisseur, curator, muzikant, producent en presentator van tv-programma Yo! MTV Raps, betrokken bij mijlpalen in 50 jaar hiphopgeschiedenis. Hij is creatief directeur van de overzichtstentoonstelling Contact High – A Visual History of Hip-Hop die 11 augustus in de Ferro Gashouder in Rotterdam opende – een Europese première. Het is een expositie „over het creatieve proces achter een aantal van de beroemdste beelden uit de hiphopgeschiedenis”.

Toen de pionier voor het eerst met basiselementen van hiphop in aanraking kwam – dj’s die breakbeats aan elkaar mixten, mc’s die het publiek opzweepten, graffiti, breakdance – was de kunstvorm nog pril en ondergronds. Er traden in zijn buurt dj’s op die vingervlug de populairste ritmische fragmenten van nummers (de breaks) in een loop afspeelden en/of aan elkaar lasten. „En we ontdekten dat ze in de Bronx aan het práten waren op die muziek. Er was nog geen media-aandacht; er was nog geen naam voor. Ik moest zelf op jacht om meer te weten te komen. Het was ontzettend opwindend.”

Hij herinnert zich dat hij op Times Square langs een groepje uit de Bronx liep, met een mc die op beats uit een draagbare cassetterecorder „ritmisch praatte alsof hij een superheld was. Hij was de coolste persoon ooit die álles kon. Het was een superaanstekelijk geluid en klonk volledig anders dan alles wat ik kende.”

Fab 5 Freddy geeft een rondleiding bij de expositie ‘Contact High: A Visual History of Hip-Hop’ in de Ferro Gashouder in Rotterdam. Foto Roger Cremers

Deuren intrappen

Eind jaren 70, begin jaren 80 was Fab 5 Freddy een van de sleutelfiguren die de connectie legde tussen de hyperlokale hiphop-undergroundscenes in uptown New York en de gevestigde kunstwereld en popmuziek. Dat begon voor hem buiten Amerika, vertelt de kunstenaar. „De eerste expositie met werk van Lee Quiñones en mijzelf was in 1979 in prestigieuze kunstgalerieën in Rome en Milaan. We wilden ons werk vanuit de metro’s naar de musea brengen, deuren intrappen. Het was een eer daarin het voortouw te nemen.”

De stap naar de gevestigde culturele instituties was essentieel voor de evolutie van graffiti en street-art, benadrukt Fab 5 Freddy. „We hadden onbewust in een rauwe omgeving nieuwe verftechnieken ontwikkeld. De gevestigde kunstscene in Manhattan heeft die periode totaal de boot gemist. Ze konden simpelweg niet geloven dat jonge zwarte mannen in staat waren om geweldige beeldende kunst te maken.”

Hiphop is gebouwd door mensen van kleur en heeft altijd het lijden van zwarte mensen in dit land aangekaart

Europa was belangrijk voor de groeispurt van zijn cultuur, zegt de pionier die als een van de eersten internationale tours, exposities en samenwerkingen opzette. „Nederland en Engeland waren de eerste landen die hiphop écht verwelkomden, vanaf het begin. De eerste rappers die op tour gingen, kwamen altijd in Nederland. Ze werden daar al omarmd, toen het in Amerika alleen nog lokaal in New York aandacht kreeg.”

In de afgelopen vijf decennia groeide hiphop uit tot een internationaal wijdvertakte cultuur met een verstrekkende invloed op talloze terreinen – van mode tot muziek, van technologie tot taal, van design tot dans, van activisme tot ondernemerschap, van politiek tot poëzie. Fab 5 Freddy stond mede aan de basis van het idee dat hiphop een cultuurvorm is die bestaat uit communicerende onderdelen. Begin jaren 80 was hij initiator en producent van de klassieke oer-hiphopfilm Wild Style, een authentiek aandoende, documentaireachtige speelfilm die zich midden in de scene afspeelde. Hij wilde met de film benadrukken dat de breakdancers, mc’s, graffiti-schrijvers en hiphop-dj’s die samen in New York waren opgekomen, één coherente cultuur vormden. „Ik had in de schoolbibliotheek gelezen dat complete culturen allemaal een vorm van muziek moeten hebben, van dans en van beeldende kunst. Ik wilde met die film laten zien dat het bij elkaar hoorde. En wat deze zwarte en latin-jongeren, die alleen negatief in de media kwamen, hadden gecreëerd.”

Hiphop-pionier Fab 5 Freddy: „We wilden ons werk vanuit de metro’s naar de musea brengen, deuren intrappen. Het was een eer daarin het voortouw te nemen.” Foto Roger Cremers

Blondie

Hij acteerde zelf als twintiger ook in Wild Style. „Dat was niet de bedoeling maar ik woonde nog bij mijn ouders. Ik hing vaak rond met mijn goede vriend Jean-Michel [kunstenaar Basquiat, red.], die in de stad bij mensen op de bank crashte. Met die paar honderd dollar extra die ik als acteur zou verdienen, kon ik mijn eerste appartement huren.”

Ook in downtown Manhattan was hij een soepele netwerker die de connectie legde tussen de opkomende hiphopscenes en de gevestigde kunst- en muziekmainstream. „De new wave en punkrock-scenes omarmden me.”

Vriendin Debbie Harry noemt Fab 5 Freddy in de eerste zin van Blondies hit ‘Rapture’, in 1981 het eerste door rap geïnspireerde nummer bovenaan de hitlijsten in Amerika. „Een hit waarin mijn naam werd genoemd en die verwees naar een cultuur die veel mensen niet kenden, dat was gigantisch”, zegt Fab 5 Freddy. „Blondie was dé topband. De radio wilde geen rap draaien, daar speelde dezelfde strijd als in de beeldende kunst. Mensen bleven maar volhouden dat rap geen muziek zou zijn, terwijl de toekomst hard op de deur aan het bonken was. We moesten een gigantische energie opbouwen zodat ze ons simpelweg niet konden negeren.”

Nu, vijf decennia na de oerknal van hiphop, beziet Fab 5 Freddy met verwondering hoe groot en blijvend urgent zijn cultuur is gebleken. „We dachten toen helemaal niet na over de toekomst”, zegt de grijze pionier, tegenwoordig ook cannabisondernemer. „Hiphop is gebouwd door mensen van kleur en heeft altijd het lijden van zwarte mensen in dit land aangekaart: het racisme dat zwarte kunstenaars stelselmatig heeft belemmerd. Hiphop werd een bevrijdende manier om je te uiten. Je kon praten op een beat en hoefde geen perfecte noten te raken. Je kon het publiek opwinden met dansbewegingen. Beeldend kunstenaar zijn. Zeggen wat je wilde. Het was een totale breuk met alle oude regels.”

Het meest bijzonder noemt hij de lange adem van de cultuur die hem als jongen al zo imponeerde. „Ik ben trots omdat we gewonnen hebben. Het is ongelooflijk om te zien dat de armste mensen wereldwijd manieren vinden in deze cultuur om zich te uiten en te zeggen: ‘Ik ben hier, of je het nou leuk vindt of niet, en dit is wat ik te zeggen heb.’ Dat is nog steeds waar hiphop over gaat.”

De expositie ‘Contact High: A Visual History of Hip-Hop. Foto Roger Cremers